Thursday 31 December 2009

Wereldfaam als levensdoel

See you in Vegas van Antoinette Beumer en Maaik Krijgsman


Toen de zesjarige Hans Klok aan zijn moeder zijn grootste wens vertelde, geloofde ze er niet echt in. "Er ligt er hierboven eentje die wereldberoemd wil worden", zei ze laconiek tegen de visite. Ze moet er nu nog wat schamper om lachen.

De jongen kreeg echter wel zijn zin: dertig jaar en honderden, zoniet duizenden optredens later staat Klok bekend als de snelste illusionist ter wereld, en maakt hij miljoenenproducties. De tegenstelling tussen Hollandse nuchterheid en de glitter en glamour waarin de artiest terechtkomt is één van de meest fascinerende aspecten van See you in Vegas, een documentaire die de twee jaar vóór Kloks definitieve internationale doorbraak beslaat.

Niet alleen Kloks moeder, die nog altijd de was van zoonlief doet, zet zich onbezoldigd in om zijn droom in vervulling te laten gaan. Eigenlijk hebben alle medewerkers van Hans Klok B.V. grote offers gebracht om de showman tot de wereldtop te laten doordringen. Des te zuurder is het als blijkt dat een overname door Stage Entertainment nogal wat organisatorische gevolgen heeft.

See you in Vegas laat haarscherp zien wat voor persoonlijke gevolgen Kloks ambitie heeft. Toch: iedereen om hem heen heeft wel wat teleurstellingen en frustraties te verbijten, maar hoe eerlijk ze die ook met de interviewers delen, ze zetten het allemaal opzij voor het gemeenschappelijke doel. Het aanstekelijke effect dat de innemende Klok op zijn medewerkers heeft wordt daarmee tastbaar - de illusionist, over wie iedereen zegt dat hij "alleen maar kan goochelen", blijkt ook een geboren leider te zijn. 4 sterren (van de 5).

See you in Vegas van Antoinette Beumer en Maaik Krijgsman. Te koop en te huur op DVD.

Wednesday 30 December 2009

Een spookverhaal is geen tearjerker

El orfanato van Juan Antonio Bayona


Een goede horrorfilm maken is moeilijker dan het lijkt. Toch lijken veel griezelfilmers het nodig te vinden om hun spookverhaal ook nog van een diepere psychologische laag te voorzien. Als dat lukt, levert het fantastische films op (zoals El espinazo del diablo en The others, om maar een paar voorbeelden te noemen), maar het kan ook zodanig mislopen dat je terugverlangt naar de dagen dat een horrorfilm gewoon nog een horrorfilm was.

Dat is het geval bij El orfanato, een recente Spaanse ghost story. In de film opent de heldin, Laura, een opvangtehuis in het verlaten weeshuis waarin ze zelf is opgegroeid. Als haar geadopteerde zoon Simón de oude vriendjes van Laura begint te zien komen er uiteindelijk nogal wat, haha, geraamtes uit de kast. Regisseur Bayona heeft goed naar zijn voorbeelden gekeken (waaronder Guillermo del Toro, die de film ook heeft geproduceerd) en getracht een film af te leveren die niet alleen beangstigt, maar ook ontroert. In dat laatste faalt hij echter jammerlijk.

Bayona's grootste probleem is dat hij zijn cast niet goed in de hand heeft gehouden. Hoofdrolspeelster Belèn Rueda acteert alsof ze in een tearjerker speelt, zonder een greintje relativering of geloofwaardigheid. Bovendien werkt de jonge speler die als Simón is gecast vanaf moment één op je zenuwen omdat hij geen acteursbot in zijn lijf heeft. Gecombineerd met hemeltergend slechte dialogen, een totaal verkeerd ingeschatte toonzetting (waarmee het toch al overtrokken drama nog eens wordt onderstreept) en een algeheel gebrek aan tempo betekent dit dat je je scènes lang alleen maar kan verbazen over zo veel onkunde.

Dat is vooral zonde omdat Bayona in de overige scènes bewijst dat hij een buitengewoon effectief horrorfilmer is. Het mysterie van het weeshuis wordt stukje bij beetje ontrafeld, en zo lang de film zich daarmee bezighoudt is de spanning te snijden. Bij de gruwelijke dood van één van de hoofdpersonages weet Bayona in het volle daglicht schok op schok te stapelen, en deinst hij ook niet terug voor wat goed toegepaste bloederigheid. En keer op keer bewijst hij dat hij met gemak een ondraaglijk griezelige atmosfeer kan oproepen.

Bayona zet wel schaamteloos alle clichés in, maar je zou hem dat makkelijk kunnen vergeven als hij niet zo hoog had ingezet. El orfanato is echter vlees noch vis en bezwijkt onder alle pretenties. 2,5 ster (van de 5).

El orfanato van Juan Antonio Bayona. Met Belèn Rueda, Fernando Caya en Roger Príncep. Te koop en te huur op DVD (onder de Engelse titel The orphanage).

Tuesday 29 December 2009

Hartepijn in dromerige zomer

Naissance des pieuvres van Céline Sciamma


Je zou toch zeggen dat het platgetreden onderwerp van eerste liefdes en ontluikende seksualiteit zijn zeggingskracht eens een keer verliest. De twijfel, de onzekerheid, de op hol geslagen hormonale huishouding; niet alleen hebben we het allemaal zelf al meegemaakt, ook is het door talloze auteurs in alle media nog eens dunnetjes overgedaan.

Op het eerste gezicht lijkt Naissance des pieuvres weinig aan het bestaande werk toe te voegen. Marie en Anne, vijftienjarige boezemvriendinnen, zijn respectievelijk verliefd op het mooiste meisje en de mooiste jongen uit het zwemteam, maar helaas lijken die alleen maar oog voor elkaar te hebben. Dat ontaardt in Annes geval in een aantal voor de hand liggende, tragikomische scènes waarin ze jammerlijk faalt om de jongen van haar dromen te veroveren.

Gelukkig is de andere helft van het verhaal een stuk interessanter. De film vermijdt de luchtigheid van Fucking Åmal doordat Sciamma en haar actrices de personages helemaal serieus nemen, en de toenadering tussen Marie en Floriane volledig geloofwaardig is opgebouwd. Wat ook helpt is de prachtige, dromerige cinematografie waarmee Sciamma het verhaal vormgeeft; aan het begin van hun vriendschap komt Marie de synchroonzwemtraining van Floriane bezoeken, en de onderwaterbeelden in deze scènes zijn surrealistisch en adembenemend mooi.

Verrassend genoeg is Floriane het personage dat je het meest bijblijft. Vanwege haar schoonheid worstelt zij nog het meest met seksualiteit - het is voor haar meer een wapen dan een liefdesaangelegenheid. Actrice Adèle Haenel levert een zeer genuanceerde rol af: Floriane is kwetsbaar en ongenaakbaar, ondoorgrondelijk en toch sympathiek.

In de prachtige laatste scènes zet Sciamma een genadeloos beeld neer van de versier- en sekscultuur onder haar zestienjarige personages. Het is eten of gegeten worden; wie zich kwetsbaar opstelt, verliest. Ook dat is natuurlijk geen nieuw inzicht, maar zelden werd het zo mooi neergezet als hier. 4 sterren (van de 5).

Naissance des pieuvres van Céline Sciamma. Met Pauline Acquart, Louise Blachère en Adèle Haenel. Te koop en te huur op DVD (onder de Engelse titel Water lilies).

Gek van verdriet

Keane van Lodge Kerrigan


Gekte is iets waarvoor we ons afsluiten. Als William Keane in een druk metrostation voorbijgangers om hulp vraagt, laten ze hem links liggen, omdat ze aanvoelen dat er iets mis met hem is. Als kijker ben je echter tot zijn gezelschap veroordeeld, en de confrontatie met de waanzin maakt Keane een onvergelijkbare ervaring.

Keane is sinds de verdwijning van zijn dochtertje (een week geleden? een maand? een jaar?) koortsachtig naar haar op zoek. Hij is duidelijk de weg kwijt, en lijdt aan waanbeelden en paranoia. Vanwege de claustrofobische cameravoering die Kerrigan hanteert wordt de kijker deelgenoot van Keane's gedachtenwereld; het verdriet, de angst en de schuldgevoelens die hij voelt zijn tastbaar. In een intense hoofdrol weet Damian Lewis iedere gedachtensprong te duiden; zijn onvoorspelbaarheid maakt ieder sociaal contact een zenuwslopende ervaring, maar omdat je weet wat voor tragedie er aan Keane's gedrag ten grondslag ligt verlies je geen moment je sympathie voor hem.

Kerrigan gaat echter nog een stapje verder. In het hotel waar Keane overnacht komt hij Lynn, een jonge moeder, en haar zevenjarige dochter Kira tegen. Na een stroeve eerste ontmoeting ontstaat er toenadering tussen Lynn en William. De spanning is vanaf dat moment te snijden: zal dit breekbare contact een louterend effect hebben op Keane, of krijgt zijn psychose toch weer de overhand?

Hoewel sommige scènes tussen William en Kira net iets tè zoet zijn (het meisje wordt wat te engelachtig neergezet) doet Kerrigan verder nergens concessies die ten koste gaan van de geloofwaardigheid. Dat levert een compromisloos en hartverscheurend portret op dat de waanzin beangstigend dichtbij laat komen. 4 sterren (van de 5).

Keane van Lodge Kerrigan. Met Damian Lewis, Amy Ryan en Abigail Breslin. Te koop en te huur op DVD.

Monday 28 December 2009

Boerengehucht ondergaat cultuurschok

Carmen meets Borat van Mercedes Stalenhoef


Het kan raar lopen als je een documentaire aan het maken bent. Mercedes Stalenhoefs meest recente film droeg eerst de titel Carmen from Glod en zou het verhaal vertellen van Ionela Carmen, die ervan droomt om uit haar Roemeense geboortedorp te ontsnappen en in Spanje te gaan wonen. Dit basisgegeven had ongetwijfeld een mooi, maar enigszins onorigineel werk opgeleverd: gelukkig voor Stalenhoef (en voor ons) sloeg het toeval op een wel heel bijzondere manier toe.

Ionela's geboortedorp Glod werd namelijk het decor voor de openingsscènes van de film Borat - Cultural learnings of America for make benefit glorious nation of Kazakhstan. De dorpsbewoners worden daarin neergezet als criminelen, perverselingen en dronkaards, en dat is het openingssalvo voor een culture clash van jewelste. Als enkele westerse advocaten de bewoners van Glod willen vertegenwoordigen om een enorme schadevergoeding binnen te halen, wordt het dorp verscheurd door hebzucht en jaloezie.

De focus van de documentaire blijft echter bij Carmen liggen. Haar vluchtwens is maar al te begrijpelijk: Glod is een onderontwikkelde gemeenschap waar alcohol met de paplepel wordt ingegoten, en waar met weemoed aan de tijd van Ceausescu wordt teruggedacht. Met behulp van voice-over deelt ze haar frustraties en dromen met de kijker, en de documentaire is zo prachtig opgebouwd dat je het gevoel hebt dat je naar een speelfilm zit te kijken.

Hoewel de (begrijpelijk) hebzuchtige en naïeve dorpsbewoners niet al te veel sympathie teweegbrengen, hebben ze de exploitatie die hen ten deel valt niet verdiend. Vooral de scènes met de gluiperige Amerikaanse advocaat zijn misselijkmakend ("we delen een cultureel verleden, u en ik: onze volkeren (joden en Roma) werden allebei door Hitler vervolgd"). De vader van Ionela voelt al in een vroeg stadium nattigheid, maar wordt verblind door de hoop op betere leefomstandigheden.

Het sterke aan Carmen meets Borat is dat de culturele verschillen (en dan vooral qua mediawijsheid) binnen Europa zo scherp worden verbeeld. Je weet als kijker dat de inwoners van Glod geen schijn van kans maken; ze ontberen kennis over de macht van de camera, en over de privacy- en smaadwetten die buiten hun gemeenschap gelden. Dat maakt de film af en toe ondraaglijk tragisch: in een tijdperk waarin informatie het belangrijkste kapitaal is, had Glod wat wereldwijsheid betreft net zo goed in een onontdekt deel van Afrika kunnen liggen. 4 sterren (van de 5).

Carmen meets Borat van Mercedes Stalenhoef. Te koop en te huur op DVD.

Sunday 27 December 2009

Zelfdestructie met een kind in de kofferbak

Julia van Erick Zonca


In hoeverre kun je je publiek mee laten leven met een volstrekt immoreel hoofdpersonage? Deze vraag lijkt aan de basis te liggen van Julia, de meest recente film van Franse filmer Erick Zonca. Door middel van een cameravoering die het titelpersonage ten alle tijde van dichtbij blijft volgen en een weergaloze hoofdrol van Tilda Swinton sleurt Zonca je mee op helletocht.

Julia Harris is bepaald niet het type personage met wie je je één-twee-drie kan identificeren. Ze zit diep in de schulden en is zwaar alcoholverslaafd als ze een half-voorbereid ontvoeringsplan uitvoert: ze kidnapt Tom, een achtjarig jongetje, om zijn rijke opa om losgeld te vragen. Zonca's strategie werkt echter wonderwel: omdat je als kijker nooit aan Julia kan ontsnappen, deel je in haar ellende, en zijn de gruwelijkheden die ze begaat wellicht niet te rechtvaardigen, maar in ieder geval te verklaren.

De film leunt daarmee zwaar op de hoofdrolspeelster. Gelukkig levert Swinton een onnavolgbare performance af. Zonder angst laat ze de lelijkste kanten van haar personage zien en maakt ze haar impulsieve handelen volstrekt geloofwaardig. Swinton onderzoekt Julia zo grondig en met zo veel overgave, dat je geen moment aan haar echtheid twijfelt.

Helaas wordt ze uiteindelijk in de steek gelaten door het script. Julia en Tom komen uiteindelijk in Mexico terecht, en daar stapelt de regisseur de ene onwaarschijnlijke verwikkeling op de andere. Met allerhande etnische clichés probeert Zonca nog een thriller van zijn film te maken, wat ten koste gaat van de zorgvuldige opbouw die hij tot dan toe hanteerde. Zonde: zowel de geniale hoofdrolspeelster als haar weerbarstige personage hadden beter verdiend. 3,5 ster (van de 5).

Julia van Erick Zonca. Met: Tilda Swinton. Te koop en te huur op DVD.

Thursday 24 December 2009

Fatsoen in een mensonterende wereld

Import/export van Ulrich Seidl


Wat is dat toch met Oostenrijkse (film)auteurs? Ze lijken er allemaal zo'n negatief mensbeeld op na te houden. Ulrich Seidl is daarop geen uitzondering. Na jaren documentaires te hebben gemaakt (die ook al inzoomden op mensonterende praktijken onder zijn landgenoten), bracht hij in 2001 zijn eerste fictiefilm uit, getiteld Hundstage. De film volgde het perverse en decadente gedrag van een aantal buurtbewoners, maar bleef zo afstandelijk en veroordelend dat het allemaal niet echt aankwam.

Met Import/export, zijn tweede film, is Seidl er echter in geslaagd om zijn misantropie beter te doseren. Je zal hem nooit een fan van de menselijke soort kunnen noemen, maar zijn blik is dit keer veel genuanceerder - zeker zijn hoofdpersonages zijn nu mensen van vlees en bloed.

De film volgt Olga, een jonge Oekraïense vrouw die naar Oostenrijk emigreert, en Pauli, een Oostenrijkse jongen die met zijn stiefvader voor zaken naar Oekraïne reist. Pauli is in de basis een goede jongen, maar hij werkt zich steeds dieper in de nesten om zijn onzekerheid te maskeren. Olga is sterker, en beter opgewassen tegen de vernederingen die haar ten deel vallen.

De wereld van Import/export wordt veelal bevolkt door hatelijke, decadente, verbitterde of criminele mensen. Seidl slaagt er, geholpen door zijn non-professionele acteurs, op meesterlijke wijze in om al het onrecht een geloofwaardige plek te geven, zodat je als kijker nooit kan wegkijken. En hij weet op de meest onverwachte momenten een lichtpuntje van schoonheid, troost of zwarte humor in te lassen. Als Olga als webcam-girl gaat werken, schakelt de regisseur glashard tussen het misselijkmakende werk en een bijna absurdistische scène waarin Olga leert hoe ze teksten als "Heb je een stijve?" in het Duits moet uitspreken. Vanwege alle seksscènes zou Seidl makkelijk zelf van exploitatie kunnen worden beschuldigd, maar hij weet de balans ook hier goed te treffen (met behulp van cameraman Edward Lachman, die in zijn samenwerkingen met Larry Clark al eerder met dit bijltje heeft gehakt).

Wat vooral op je netvlies blijft staan, is de onverschilligheid. De onverschilligheid waarmee een man een jong hoertje als een hond laat blaffen, of de onverschilligheid waarmee een rijke vrouw haar schoonmaakster ontslaat. Juist omdat Seidl zo veel sympathie voor zijn hoofdpersonages kan opbrengen, is de hardheid elders zo choquerend. En vanwege die rauwheid zijn de momenten van medeleven des te ontroerender.

Het is eigenlijk verbazingwekkend dat er in de wereld waarin we leven nog fatsoenlijke mensen rondlopen, lijkt Seidl te willen zeggen. Vanwege de kleine gebaren van compassie in Import/export zou je nog gaan denken dat hij toch nog hoop voor ons heeft. 4,5 ster (van de 5).

Import/export van Ulrich Seidl. Met Ekateryna Rak en Paul Hofmann. Te koop en te huur op DVD.

Tuesday 22 December 2009

Ierse boer redt verdwaald meisje

Nothing Personal van Urszula Antoniak


Het begon zo mooi met de Nederlandse film in 2009. Helemaal aan het begin van het jaar ging Kan door huid heen, een subtiel meesterwerk van Esther Rots in première. Dit impressionistische hoogstandje was het hoogtepunt in een stroming die ook Guernsey, Langer licht, Diep en Wolfsbergen voortbracht. De verwachtingen voor de rest van het jaar waren dan ook hooggespannen.

Eén zwaluw maakt nog geen zomer, zo bleek. Behalve Mark de Cloe's vernieuwende en fantasierijke bewerking van Het leven uit een dag bracht de Nederlandse filmindustrie weinig noemenswaardig meer voort; ze stapelde zelfs miskleun op wanproduct op aanfluiting. Na zo veel prutswerk was mijn hoop gevestigd op de winnaar van het Gouden Kalf van dit jaar: Nothing personal van Urszula Antoniak.

Net als Kan door huid heen gaat Nothing personal over een vrouw die zich na een (onbenoemde maar overduidelijke) persoonlijke tragedie afzondert van de wereld. In dit geval vertrekt het naamloze hoofdpersonage binnen de eerste paar minuten met alleen een tentje en een slaapzak naar het platteland van Ierland. Haar zelfverkozen isolement wordt woordeloos weergegeven door het gedetailleerde camerawerk van Daniël Bouquet en het intense spel van Lotte Verbeek. Het meisje stelt zich vijandig op als voorbijgangers toenadering zoeken: Verbeek weet haar woede en verbittering goed over te brengen zonder het publiek van zich te vervreemden.

Het script vereist echter het onmogelijke van haar. Nadat ze haar intrek heeft genomen bij een oudere Ierse weduwnaar, ontstaat er langzaam toenadering tussen de twee personages. De opbouw klopt echter voor geen meter: binnen twee scènes verandert Verbeeks personage van afstandelijk en hard naar open, goedlachs en liefdevol. Omdat met de overgave aan elkaar ook alle spanning tussen de personages verdwijnt, verandert Nothing personal vanaf dat moment in een stroopachtig liefdesverhaaltje, dat zich volgens een overbekende formule voltrekt.

Pas in de laatste tien minuten weet Antoniak de mooie melancholieke sfeer van de openingsscènes te hervinden. Het voortreffelijke einde maakt veel goed, maar het laffe middenstuk wordt er niet beter verteerbaar door. 3 sterren (van de 5).

Nothing personal van Urszula Antoniak. Met Lotte Verbeek en Stephen Rea. Nu nog te zien in de bioscoop.

Shooting the messenger

Precious van Lee Daniels


Als je denkt dat Nederland politiek correct is, moet je eens een oceaantje verderop gaan kijken. Nog altijd wordt in de VS de portrettering van zwarte Amerikanen in films en andere verhalende media aan stringente eisen onderworpen: als een gekleurd personage een minder dan heldhaftige rol speelt, kun je al snel op kritiek rekenen. Gelukkig ondermijnen series als The Wire dit stigma, maar met de release van Precious - Based on the novel "Push" by Sapphire van Lee Daniels was het weer raak. De meest potsierlijke veroordeling kwam van de beruchte filmcriticus Armond White, die de film "de meest vernederende film voor Amerikaanse zwarten sinds Birth of a nation" noemde.

Zoals te verwachten viel is de hele controverse zwaar overtrokken. Het probleem is dat White en andere critici weer eens de ideeën en denkwijzen van de personages gelijkschakelen met de denkwijze van de maker. Het titelpersonage van Precious is een 16-jarig meisje dat na jaren van seksueel misbruik en mishandeling voor de tweede keer zwanger is van haar vader. Ze heeft, op zijn zachtst gezegd, verklaarbare problemen met haar eigenwaarde. Voor dit zwarte meisje uit zich dat onder andere in wensdromen over blank en dun zijn. Deze raciale zelfhaat is natuurlijk een heet hangijzer, maar de film tracht dat soort gevoelens juist door de omstandigheden te duiden.

In ieder geval is Lee Daniels erin geslaagd om van een pittige roman een mooie verfilming te maken. De omstandigheden waarin Precious opgroeit worden met een rauw realisme geschetst, en de misère wordt slechts onderbroken als ze ontsnapt in haar fantasie. Hoewel het zware leven van Precious makkelijk tot onverteerbaar melodrama had kunnen leiden, vermijdt Daniels makkelijk sentiment. Hij heeft hierbij twee grote troeven: de geweldige acteerprestaties (vooral Mo'Nique maakt een onuitwisbare indruk als Precious' monsterlijk egocentrische moeder) en de prachtige dialogen in het script (grotendeels rechtstreeks overgenomen uit de roman). De taal treft een balans tussen straattaal en literatuur, waardoor de innerlijke monoloog van Precious zowel realistisch als poëtisch is.

Het is alleen jammer dat Daniels zulke didactische neigingen heeft. De film toont zo'n heilig geloof in de hulp die maatschappelijke instituten kunnen bieden aan kinderen uit probleemgezinnen dat Precious af en toe net een PR-film is. Maatschappelijk werkers zijn ook maar mensen; enige nuance in hun karaktertekening had niet misstaan.

Precious is een zeer meeslepende, rauwe, onsentimentele film. Bovendien werpt hij een ongefilterd licht op een kant van de westerse samenleving die de meeste mensen maar liever niet willen zien. De reactionaire kritiek van lieden die willen dat dit soort verhalen niet wordt verteld is daarmee tien keer destructiever dan de film zelf. 3,5 ster (van de 5).

Precious: based on the novel "Push" by Sapphire van Lee Daniels. Met: Gabourey Sidibe, Mo'Nique en Paula Patton. Nu nog te zien in de bioscoop.

Sunday 20 December 2009

Brand New maakt vliegende start

Brand New van Dansateliers en Conny Janssen Danst


Dansateliers timmert de laatste tijd flink aan de weg. Nog geen twee maanden geleden ging de eerste avondvullende voorstelling die bij het productiehuis gemaakt werd in première - Reality is shaped by recalling van Liat Waysbort. De afgelopen dagen was het nieuwe project te zien: Brand new, een samenwerking met Conny Janssen Danst. Drie jonge choreografen kregen de kans om in samenwerking met de dansers van het Rotterdamse gezelschap in zes weken een korte performance te maken. Dat leverde de volgende drie stukken op:

Caliber van Mor Shani. Hoe verbeeld je grote rampen in een choreografie? Mor Shani ging in samenwerking met beeldend kunstenaar Adam Nillissen op zoek naar het antwoord. Dit onderzoek leverde een intense performance op, waarin de dansers continu op hoge energie de rampsituatie het hoofd proberen te bieden. Ze lijken in gevecht met hun eigen paniek, en met hun eigen (verwonde?) lichaam. Naastenliefde is niet afwezig, maar wordt volledig overspoeld door een allesoverheersende, krampachtige overlevingsdrang. De beelden die Shani en Nillissen hebben gecreëerd zijn zo evocatief dat ze af en toe worden stilgezet - ze blijven als een bevroren angstschreeuw op je netvlies staan. De danstaal suggereert met telkens onderbroken bewegingen een sfeer van totale onrust en wanorde.Caliber maakt zeer nieuwsgierig naar een avondvullende voorstelling van Mor Shani; het nogal abrupte einde wijst erop dat hij grotere ambities heeft met dit materiaal. 4 sterren (van de 5).

The High Lonesome van Hillary Blake Firestone is zonder meer de zwakste schakel van dit trio. Aanvankelijk is de voorstelling erg aanstekelijk: Blake Firestone's onderzoek naar de vorm van "square dancing" (een soort linedance) wordt door de dansers met veel plezier gebracht, en de wat onbenullige dansvorm zelf werkt op de lachspieren. Onder begeleiding van twee muzikanten doen de dansers zich voor als een rondtourende dansgroep; de (opzettelijke) rommeligheid van de presentatie brengt het stuk in een ontspannen en aangename concertsfeer.
Naarmate het stuk vordert blijkt echter dat de maker geen verrassingen in petto heeft: het optreden wordt afgedraaid, er is geen verandering in het dansmateriaal, en er is geen tweede laag te ontdekken. Dit gebrek aan inhoud speelt The High Lonesome parten. Tegen het einde van de performance toont zich één geniale vondst: de gitaarmuziek wordt vervormd, en de vrolijke choreografie verandert geleidelijk in een soort oorlogsdans. In één klap wordt de duistere kant van de Southern States aan de kaak gesteld, en nog wel met een beeld dat aan de oorspronkelijke bewoners van Amerika doet denken. Bijna meteen gaat dit moment echter weer verloren en keert de oorspronkelijke structuur terug. Uiteindelijk gaat The High Lonesome als een nachtkaars uit. 2,5 ster (van de 5).

Male version van Liat Waysbort. Vrijwel meteen na de première van Reality is shaped by recalling ging Liat Waysbort weer aan het werk. Ditmaal liet ze zich inspireren door de muziek, de bewegingen en het leven van Elvis Presley. Met de King als uitgangspunt maakte ze een voorstelling over de "male performer" - hoe speelt een mannelijke beroemdheid zichzelf?
Het explosieve begin zet meteen al de goede toon. Op muziek van Rage Against The Machine treffen twee dansers elkaar in een dansduel. In de fascinerende, complexe bewegingen zijn overduidelijk de heupbewegingen van Presley te herkennen, maar er is een moderne, bijna videoclip-achtige draai aan gegeven. Gedurende de performance schakelen de twee performers scherp tussen verleiding, agressie en plotselinge kwetsbaarheid, en tussen totale (maar oprecht gebrachte) fake en onverwachte transparantie.
Het ontluisterende einde wordt begeleid door een schrijnende concertopname van Elvis Presley. Dat geluidsfragment werkt echter misschien wat te goed: doordat ik zo gefascineerd was door wat ik hoorde, viel de dans eigenlijk volledig weg. Desalniettemin is Male version een spannende kennismaking met het werk van Waysbort. 4 sterren (van de 5).

Met Brand new zet Dansateliers zich nu al op de kaart als één van de meest interessante danslaboratoria van Nederland. Spannend, gevarieerd, fresh èn inhoudelijk overtuigend: initiators Amy Gale en Conny Janssen mogen trots zijn.

Brand new van Dansateliers en Conny Janssen Danst. Choreografie: Mor Shani, Hillary Blake Firestone en Liat Waysbort. Dansers: Winston Arnon, Yanaika Holle, Maarten Hunink, Martijn Kappers, Lola Mino en Cristiana Ruggieri. Speellijst: klik hier.