Sunday 17 January 2010

De wereld volgens Max

Where the Wild Things Are van Spike Jonze


De samenwerking tussen regisseur Spike Jonze en scenarist Charlie Kaufman leverde twee van de meest fantasierijke en intelligent geconstrueerde films van het afgelopen decennium op. Being John Malkovich en Adaptation leden echter allebei onder een gebrek aan kwetsbaarheid; de films voelden uiteindelijk aan als zelfingenomen intellectuele constructies waar maar bitter weinig gevoel in te ontdekken was.

Blijkbaar wekten Jonze en Kaufman de betweter in elkaar op, want afzonderlijk doen ze het een stuk beter. Kaufman leverde vorig jaar de prachtige parabel Synecdoche, New York af, en Jonze ging aan de slag met een bewerking van het klassieke prentenboek Where the Wild Things Are (oftewel Max en de Maximonsters) van Maurice Sendak. Misschien is het omdat het bronmateriaal de regisseur zo na aan het hart ligt, of misschien is het de invloed van zijn geniale co-scenarist Dave Eggers, maar de verfilming is verreweg Jonze' beste werk.

De belangrijkste keuze die Jonze heeft gemaakt is om het hele verhaal uitsluitend door de ogen van de achtjarige Max te vertellen. In de sublieme openingsscènes blijft de camera dicht op Max' huid, en de shots vanaf zijn ooghoogte verplaatsen de toeschouwer ogenblikkelijk in zijn belevingswereld. Kinderzaken (een sneeuwballengevecht, verdriet om een vernield sneeuwfort, verhalen vertellen aan je moeder) krijgen weer het belang die ze hadden toen je zelf acht was; als Max van huis wegrent na een uit de hand gelopen ruzie kun je volledig meevoelen met zijn woede, schaamte en verdriet.

Uiteindelijk komt Max terecht bij een stam monsters, en wordt hij hun koning. Deze wezens zijn de tweede sterke troef van Where The Wild Things Are; de wispelturige, afwisselend kinderlijke en volwassen monsters fascineren van begin tot einde. Stuk voor stuk zijn Max' onderdanen afspiegelingen van zijn eigen gedragingen of van de mysterieuze dingen die volwassenen doen, maar nergens wordt dat te letterlijk of drammerig; de weergaloze animatie en de geniale stemacteurs blazen moeiteloos leven in de Maximonsters.

Werkelijk àlles aan de film klopt. De adembenemende soundtrack van Karen O van de Yeah Yeah Yeahs schept precies de juiste, lyrische sfeer; de jonge hoofdrolspeler is volstrekt naturel; de montage geeft voortdurend het gevoel van georganiseerde chaos die je bij een kinderfantasie zou verwachten; de cameravoering neemt op de goede momenten afstand, en brengt vaak de iconische beelden van het prentenboek in herinnering. En dan dat script. Schijnbaar moeiteloos verplaatsen Eggers en Jonze zich in de belevingswereld van een fantasierijk jongetje, en weten ze de tragiek van het kind-zijn op ieder moment invoelbaar te maken.

Niet alleen weet Jonze het onverfilmbaar geachte origineel recht te doen; zijn Where the Wild Things Are is zelf net zo goed een meesterwerk. 4,5 ster (van de 5).

Where the Wild Things Are van Spike Jonze. Met Max Records en Catherine Keener. Met de stemmen van James Gandolfini, Lauren Ambrose, Chris Cooper, Forest Whitaker, Catherine O'Hara en Paul Dano. Nu te zien in de Nederlandse bioscopen.