Thursday, 4 February 2010

IFFR 2010 - Dag 8

J'ai Tué Ma Mère van Xavier Dolan
Dit autobiografische drama van de twintigjarige Dolan won vandaag de Movie Squad Award van de jonge jury. Het is een terechte keuze: Dolan stelt op genuanceerde wijze de moeilijke relatie met zijn moeder centraal, zonder de sympathie van de kijker te makkelijk de ene of de andere kant op te sturen. Het is een sterk geschreven karakterdrama.
De jonge regisseur maakt één klassieke beginnersfout: hij neemt de hoofdrol zelf voor zijn rekening. Helaas is hij een matig acteur, die niet genoeg talent en ervaring heeft om een gelaagde performance neer te zetten. Gelukkig zijn zijn medespelers wel stuk voor stuk geloofwaardig: vooral Anne Dorval maakt veel indruk als de moeder van het hoofdpersonage. Dankzij haar rol en Dolans geweldige regie wordt J'ai Tué Ma Mère een zeer bijzonder debuut.
4 sterren (van de 5)

All That I Love van Jacek Borcuch
All That I Love. Zo heet de punkband die Janek en zijn vrienden oprichten in het Polen ten tijde van de Solidariteitsbeweging. In de beste scène van dit fijne coming-of-age drama is hun optreden een daad van protest, een schreeuw van verzet tegen het militaire regime.
Via de ouders van de hoofdpersonages worden de morele dilemma's van die tijd goed neergezet. Hoewel het drama wat voortkabbelt, en Borcuch wel een erg stom subplotje nodig heeft om de gebeurtenissen van een dramatische afloop te voorzien, zorgen de enthousiaste cast en de goed geschreven personages voor een zeer bevredigende tragikomedie.
3,5 ster (van de 5)

Lebanon van Samuel Maoz
De claustrofobische oorlogsfilm Lebanon werd nog indrukwekkender na het uitgebreide gesprek dat Joris Luyendijk van tevoren met de regisseur hield, waarin Maoz zijn eigen oorlogservaringen aanhaalde. Jaren na de Libanese oorlog was hij er eindelijk aan toe om een film over "die hel" te maken. Het resultaat is een onvergelijkbare kijkervaring die je niet snel meer zal vergeten.
Lebanon speelt zich vrijwel geheel in de cabine van een tank af. We volgen één dag lang de bestuurders, en dan vooral de schutter, Shmulik. Door zijn vizier zien we de buitenwereld, en de verschrikkingen die in een oorlog te zien zijn.
In de eerste helft van de film stapelt Maoz de gruwelijkheden misschien iets te veel op elkaar. Pas in de tweede helft van Lebanon besteedt de regisseur genoeg aandacht aan zijn hoofdpersonages, waardoor de identificatie en de immersie pas ècht gaan werken. Vanaf dan is er geen afstand meer tussen de realiteit op het scherm en de toeschouwer, en komt de waanzin van de oorlog dichtbij als nooit tevoren.
4,5 ster (van de 5)

Alle films zijn nog te zien op het filmfestival. J'ai Tué Ma Mère gaat op 25 februari in Nederland in première.

IFFR 2010 - Dag 7

Life During Wartime van Todd Solondz
In dit vervolg op zijn arthouseklassieker Happiness koos Todd Solondz ervoor om alle rollen door andere acteurs te laten spelen. Mocht je dus van plan zijn de film te gaan kijken, loont het de moeite om het origineel er eerst nog eens bij te pakken; zonder verdere verklaring pikt Life During Wartime de draad tien jaar later weer op.
De vraag is alleen waarom. Hoewel de film enkele prachtige scènes bevat (dankzij de acteurs en de geweldige dialogen), voegt hij in zijn geheel niets aan de voorganger toe. Het vervolg deelt zelfs de hoogte- en dieptepunten van Happiness: opnieuw zijn de scènes tussen de pedofiele William en zijn zoon het sterkst en de scènes over de neurotische Joy het zwakst. Life During Wartime biedt een vermakelijke anderhalf uur, maar ontbeert enige lijn of noodzaak.
3,5 ster (van de 5)

Red White & Blue van Simon Rumley
Deze in alle opzichten mislukte wraakfilm volgt in eerste instantie de jonge Erica, die iedere avond met een andere vent het bed induikt. Als Irakveteraan Nate op haar verliefd wordt gaat ze voorzichtig in op zijn avances, maar dan loopt alles gruwelijk uit de hand.
Het uitgangspunt had een beklemmende exploitatiefilm op kunnen leveren, maar Rumley doet werkelijk alles fout. Niet alleen blinkt het script uit in onwaarschijnlijkheid en staat het bol van de tenenkrommende dialogen, ook is de casting volstrekt verkeerd: de sprieterige Noah Taylor is nou niet echt een overtuigende psychopaat, en al helemaal niet als hij een idioot Texaans accent krijgt opgelegd. De andere acteurs (m.u.v. de vrouwelijke hoofdrol) zijn zo mogelijk nog slechter.
Het bloeddorstige einde was goed uit de verf gekomen als Rumley erin was geslaagd de personages enigszins geloofwaardig te maken. Helaas is het nu alleen maar lachwekkend.
2 sterren (van de 5)

Life During Wartime is nog te zien op het filmfestival.