Crying With Laughter van Justin Molotnikov
Het is een geweldig uitgangspunt: nadat een stand-up comedian in een aantal duistere zaken verwikkeld is geraakt, vertelt hij het verhaal van zijn belevenissen aan zijn lachgrage publiek. Niet alleen wordt de scheidslijn tussen fictie en realiteit meteen zeer troebel, ook profiteert de film van het contrast tussen het pikzwarte verhaal en de manier waarop het verteld wordt.
Het gegeven van de "tragische clown" wordt goed uitgebuit in Crying With Laughter. De humor van een stand-upper wordt neergezet als een uitlaatklep voor woede, agressie en verdriet. De eerste helft van de film, waarin de hoofdpersoon steeds verder aan lager wal raakt en daardoor in zijn optredens steeds verder uit de bocht vliegt, is dan ook het sterkst. Naarmate de plot steeds vergezochter wordt, boet de film aan kracht in, maar vanwege de sterke hoofdrolspelers en de verbintenis tussen verhaal en vertelwijze blijft Crying With Laughter overeind.
3,5 ster (van de 5)
Down Terrace van Ben Wheatly
Wat je al niet kan bereiken met een microscopisch budget, acht draaidagen en een enorme dosis talent. Down Terrace is een afwisselend sociaal-realistische en absurdistische tragikomedie, waarin een criminele familie centraal staat. Vader Bill en zoon Karl zijn net ternauwernood vrijgesproken en gaan op zoek naar de persoon die ze verlinkt heeft. Dan staat opeens Karls zwangere vriendin op de stoep.
Dankzij het naturelle spel en de hilarische, schijnbaar geïmproviseerde dialogen ontstaat er een geloofwaardig portret van een asociaal milieu, waarin door middel van kleine criminaliteit de eindjes aan elkaar worden geknoopt. De realistische stijl betaalt zich uit naarmate de jacht op de verklikker steeds verder uit de hand loopt; hoe bizar het ook wordt, je blijft in de personages geloven.
Vanwege de combinatie van misdaad, familiedrama en inktzwarte humor doet Down Terrace vaak aan The Sopranos denken. Dat de film die vergelijking ook kwalitatief kan doorstaan is een klein wonder te noemen.
4 sterren (van de 5)
Air Doll van Hirokazu Kore-eda
De meesterregisseur achter o.a. After Life, Nobody Knows en Still Walking maakte met zijn nieuwe film zijn meest sprookjesachtige productie tot nu toe. In Air Doll komt een opblaaspop tot leven, een feit dat ze verborgen houdt voor haar eigenaar. In scènes die dankzij het sterke spel van de hoofdrolspeelster en de prachtige soundtrack een lyrische sfeer bereiken, onderzoekt ze de wereld om haar heen.
Air Doll heeft buiten die Amélie-achtige verwondering echter weinig te bieden. De film blijft steken in kinderlijke naïviteit en melancholieke gemeenplaatsen over wat het betekent om mens te zijn. De nuance die Kore-eda met zo veel succes in zijn sociale drama's legt is hier nergens te bekennen, en daarmee is dit niet één van zijn betere films.
3 sterren (van de 5)
Shocking Blue van Mark de Cloe
Na Boy Meets Girl Stories en het virtuoos geregisseerde Het Leven Uit Een Dag leek Mark de Cloe hard op weg om de interessantste regisseur van Nederland te worden. Helaas is zijn nieuwe film Shocking Blue geen overtuigende stap vooruit. Het verhaal van drie vrienden die vanwege een ongeluk uit elkaar groeien is een wat conventionele coming-of-age-story, die ook nog eens veel te geconstrueerd en symbolisch aandoet.
De Cloe slaagt er in de eerste helft van de film wel in om een overtuigend, Gus van Sant-achtig jongerenuniversum op te trekken, waar volwassenen geen rol van betekenis spelen. Met minimale uitleg en dialogen, en met behulp van het geweldige camerawerk weet hij de kijker te verplaatsen in de belevingswereld van hoofdpersonage Thomas en de film zo boven de gemiddelde Carry Slee-verfilming uit te trekken. Naarmate het plot dramatischer wordt past De Cloes impressionistische stijl niet meer bij het traditionele script en voelt de film onbevredigend aan. Visueel is de film een juweeltje, maar De Cloe moet de volgende keer zelf de screenplay maar weer schrijven.
3,5 ster (van de 5)
Alle films zijn nog te zien op het filmfestival.
No comments:
Post a Comment